vorige pagina   home   volgende pagina
   
1768-1843
Albertus Sandberg, Heer van ‘t Laar
Portret van Jhr. Mr. Albertus Sandberg, heer van 't Laar, gemaakt door Isaac Cornelis Elink Sterk in de periode 1823 - 1843
volledige stamboom
1731-1808 - Rudolf Sandberg
1768-1843 - Albertus 1778-1854 - Samuel J.
1819-1895 - Heribert W.A.
1843-1907 - Cornelis J.
1874-1959 Rudolph A.P.
1912-2004 - Adolphe T.G.
1940 - Rudolphe G.P.
1965 -
Robert A.Th.
1966 -
Edgar R.

1768
Albertus is geboren te Zwolle 1 december 1768

1789 J.u.d. te Leiden
1789 Bestorming van de Bastille, Franse Revolutie
1791 Albertus Sandberg huwde te Brummen op 21 juni 1791 Reiniera Johanna Schrassert, bij wie hij 6 zonen en 5 dochters had

Reiniera is geboren te Arnhem op 7 januari 1770. Zij was de dochter van Mr. Joan Schrassert en Gerharda Johanna Westenberg.

Schrassert is een inmiddels uitgestorven regentenfamilie. Burgemeesters cq bestuurders van de Nederlandse steden in de 17e eeuw en de 18e eeuw.1805 Albert werd op 19 Juli 1805 door den raadpensionaris Schimmelpenninck benoemd tot lid van den raad van Financiën van het departement Overijssel, waartoe ook Drenthe behoorde.

Hij bleef dit tot koning Lodewijk in 1807 de departementen op Fransche wijze organiseerde;
Albertus Sandberg
1799 Staatsgreep van 9 november 1799 waarbij Napoleon Bonaparte de macht greep in revolutionair Frankrijk. De staatsgreep wordt vaak gezien als het einde van de Franse Revolutie en het begin van de napoleontische tijd.
De Raad van Financiën beheerde de domeinen van de vorst van de Habsburgse Nederlanden en voerde het financiële beleid.

Een landdrost, drost of drossaard was een Nederlands bestuurs-ambtenaar die een bepaald gebied bestuurde. Een assessor was een wethouder en een algemeen bestuurslid.
Het huis 't Laer bij Ommen
1807-1811 Hij werd toen bij diens besluit van 8 Mei 1807 benoemd tot een der 6 assessoren van den landdrost van het departement Overijssel, waarvan Drenthe nu geen deel meer uitmaakte. De vroegere betrekkingen sedert 1807 waren gelijk aan die van lid van Gedeputeerden.

1808 Vader Rudolf Sandberg overlijdt en Albertus Sandberg erft Landgoed 't Laer. Het geslacht Sandberg heeft ‘t Laer direct en via een familiestichting ruim een eeuw in bezit gehad.

1811-1813
Op 19 Mei 1811, toen de besturen der 7 departementen die tot het Koninkrijk Holland behoord hadden, vanwege Napoleon georganiseerd werden, werd Sandberg "Membre du conseil préfectoral" (gedeputeerde) van het departement "Bouches de l'Issel", dat nagenoeg met Overijsel overeenkwam.

1814 Na de bevrijding, toen de departementen voorloopig dezelfde bleven, werd Albert op 8 januari 1814 benoemd tot raad bij het generaal commissariaat van de monden van den IJsel.
Toen eindelijk de grondwet tot stand was gekomen, werd hij bij Souverein besluit van 29 augustus 1814 als vertegenwoordiger van de eigenerfden in Overijsel benoemd tot lid der Provinciale staten van die provincie, en bij dat van 23 september tevens tot lid van haar Gedeputeerde staten.

1814 Reiniera overleden te Zwolle op 15 november 1814

Het departement Monden van de IJssel
(Frans Département des Bouches-de-l'Yssel)

Dit was een Frans departement in de Nederlanden ten tijde van het Eerste Franse Keizerrijk, en was genoemd naar de rivier de IJssel.

Het departement werd gevormd op 1 januari 1811 na de annexatie van het koninkrijk Holland op 9 juli 1810. Het was de voortzetting van het voormalige "Hollandse" departement Overijssel.

Eerste Franse Keizerrijk was het keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Frankrijk had Nederland en delen van het huidige Duitsland en Italië in zijn macht. Napoleon zette daar verschillende familieleden op de troon: zijn oudere broer Lodewijk werd Koning van Holland tot 1810
1814 Nederland verbiedt de slavenhandel. Eind achttiende eeuw neemt de verontwaardiging over de slavenhandel toe. Na de geslaagde opstand op Saint-Domingue besluiten de Fransen de slavernij af te schaffen. De Engelsen verbieden de slavenhandel in 1808 en zetten koning Willem I in 1814 onder druk om de slavenhandel ook te verbieden. Afschaffing van de slavernij volgt pas in 1860 voor Nederlands-Indië en op 1 juli 1863 in de Atlantische kolonies.
1815 De Slag bij Waterloo was een veldslag bij Waterloo, een plaatsje destijds gelegen in de Zuidelijke Nederlanden, tegenwoordig in België. Napoleon Bonaparte werd hier op 18 juni 1815 definitief verslagen
1825 Op 7 Juli 1825 mocht van de 3 leden der Gedeputeerde staten, die periodiek aftraden, slechts één herkozen worden, daar ingevolge het nieuwe reglement het aantal leden van 9 tot 7 teruggebracht moest worden; Sandberg was de herkozene.
Zeker zou A. Sandberg dit hebben kunnen worden, daar hij even bekwaam als zijn broeder was, maar hij was toen te veel aan zijn provincie gehecht om een andere betrekking te wenschen.
Toen zijn broeder, die door zijn werkkracht een zeer gunstigen indruk in de Kamer gemaakt had, zoodat hij zelfs twee jaren voorzitter geweest was, tot Gouverneur van Luik benoemd was, achtten de Overijselsche Staten den tijd gekomen, A. Sandberg in zijn plaats tot lid der Tweede Kamer te kiezen.

In dezen tijd vallen de benoemingen van zijn 9 jaren jongeren broeder, S.J. Sandberg van Essenburg, die toen zeker vrij wat minder ervaring dan hij had. Deze werd eerst commissaris in het arrondissement Zwolle, maar toen het bleek, dat men in Noord-Nederland in het algemeen deze soort ambtenaren (vroeger sous-préfets geheeten) overbodig en kostbaar achtte, wist men voor hem geen andere betrekking te vinden dan lid der Tweede Kamer.

1828 Dit geschiedde 24 september 1828, Albert Sandberg werd lid Tweede Kamer der Staten-Generaal 1828-1842. En hoewel te hoog in leeftijd om nog veel invloed uit te oefenen, was hij een der meest verlichte leden, die zich dikwijls tegen de geheimzinnige politiek der regeering, inzonderheid op financieel gebied, uitliet en tegen regeeringsvoorstellen stemde.

1830 Op 23 oktober 1830 werd hij lid eener Staatscommissie tot het nagaan, welke wijzigingen de staatscollegiën en administratiën bij afscheiding van België zouden moeten ondergaan. Zij heeft haar verslag aan den Koning ingediend, maar verder gevolg heeft haar arbeid niet gehad.

Hoe geacht Sandberg in zijn provincie was, bleek toen hij in Juli 1839 tegelijk met den burgemeester van Kampen Mr. F. Lemker aftrad als Kamerlid en hij met bijna algemeene stemmen herkozen werd, terwijl Lemker nog niet 1/5 der stemmen verkreeg en vervangen werd door Mr. G.I. Bruce.
Landgoed 't Laer
De Orde van de Nederlandse Leeuw is een van de oudste en hoogste Nederlandse civiele orden en werd op 29 september 1815 door koning Willem I ingesteld.

"strekkende ter vereerende onderscheiding van alle Nederlanders die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerpligten of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen en kunsten."
1842 Bij zijn periodieke aftreding in Juli 1842 verzocht Sandberg, wegens zijn hoogen leeftijd niet meer in aanmerking voor Kamerlid te komen. Kort na zijn aftreding werd hij in den adelstand verheven.

Bij Koninklijk Besluit van 20 oktober werd mr. Albertus Sandberg, heer van 't Laar (1768-1843) verheven in de Nederlandse adel, hij kreeg de titel "Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw"

1843 Albert Sandberg is overleden te Zwolle op 6 maart 1843

Landgoed 't Laer vererft op zijn jongste zoon, Albertus Sandberg Jr. Hij had bepaald dat zijn bezittingen in het Ambt Ommen ingebracht zouden worden in een Stichting. Het vermogen van deze stichting zou moeten dienen om de minvermogende leden van de familie Sandberg te ondersteunen; “de Sandbergstichting”.

1850 In 1850 werd het 't Laer uitgebreid en verbouwd, waardoor het min of meer zijn huidige vorm kreeg.
De gouden erepenning, uitvoering van 1912. Uitgereikt door Koninkrijk der Nederlanden, type Ridderorde met drie graden, bestemd voor Bijzondere verdiensten van zeer exceptionele aard voor de samenleving.
De vererving van Landgoed 't Laar
Landgoed 't Laar

Om zijn ridderlijke titel te verkrijgen, koopt Rudolf Sandberg (1731-1808) Landgoed 't Laar.

Rudolf Sandberg laat 't Laar na aan zijn oudste zoon Albertus Sandberg (1768-1843).

Bij zijn dood, laat hij 't Laar na aan zijn jongste zoon Albertus Sandberg Jr. (1810-1888). Tijdens zijn leven had hij bepaald dat zijn bezittingen ingebracht zouden worden in een Stichting. Het vermogen van deze stichting zou moeten dienen om de minvermogende leden van de familie Sandberg te ondersteunen;
de Sandbergstichting”.


In 1901 heeft de Sandbergstichting het landgoed verkocht de Hengelose fabrikantenfamilie Stork.

Hiermee heeft Landgoed 't Laar de familie Sandberg verlaten

Mr. Rudolf Sandberg, heer van ‘t Laar
1731-1808
Albertus Sandberg, heer van 't Laar
1768-1843
Anna
C.
1770-
1801
Samuël
J.
1778-
1854
Johanna M.M.
1792-
1866
Johan
1794-
1877
Rudolf
1796-
1830
Johannes
A.
1798-
1883

Reinier
H.O.
1801-
1864

Paulus
M.
1802-
1879
Gerarda
J.
1803-
1850
Anna
C.
1806-
1855
Reinira
J.A.
1808-
1883
Albertus
1810-
1888
Elsabe
R.
1814-
1890
Legenda
Landgoed 't Laar
Bronnen: Rijksbureau v Kunsthistorische Documentatie, Wikipeida, Nederland's Adelsboek, OudOmmen.nl, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Waterschap Regge en Dinkel, cbgverzamelingen.nl
Webpagina gemaakt, en onderzoek gedaan, door Tanya Sandberg-Barrow