vorige pagina   home   volgende pagina
   
1731-1808
Rudolf Sandberg, Heer van ‘t Laar
volledige stamboom
1731 Rudolph is gedoopt te Elburg op 11 oktober 1731

1754 J.u.d. student Rechten en Letteren aan de Hogeschool te Harderwijk

1756 Hij is gepromoveerd op dissertatie (proefschrift). Zijn Scriptie/Proefschrift in Latijn: “De pacto principis captivi” (Letterlijk vertaald: Op de weg, de kapitein van de gevangenen)

1756 verhuist Rudolph naar Zwolle om advocaat te worden en blijft de rest van zijn leven in Zwolle wonen.

1757 Wordt burger van Zwolle

1761-1779 Dijkschrijver (secretaris) van het waterschap Salland en neemt zelf ontslag.

1762 Grootburger van Zwolle

1767 Sandberg is op 35 jarige leeftijd te Zwolle met Johanna Maria Hanselaar getrouwd op 13 april 1767. Zij is geboren te zwolle 11 augustus 1747 en ze is de dochter van Albert en Magdalena Anna Scriverius. Sandgberg en Hanselaar krijgen 3 kinderen.
1731-1808 - Rudolf Sandberg
1768-1843 - Albertus 1778-1854 - Samuel J.
1819-1895 - Heribert W.A.
1843-1907 - Cornelis J.
1874-1959 Rudolph A.P.
1912-2004 - Adolphe T.G.
1940 - Rudolphe G.P.
1965 -
Robert A.Th.
1966 -
Edgar R.
Passages uit het boek: "Stemme in staat: De bestuurlijke elite in de stadsrepubliek Zwolle 1579-1795" Door J.C. Streng

Over de tijd dat Rudolph Sandberg lid is van de meente Voorstraat 1768-1783
 
 
Pagina 405
 
Pagina 412
 
Pagina 418
 
Pagina 431
 
Pagina 435
Ingezetenen: hadden wel toestemming gekregen om binnen de stad te wonen, maar ze hadden er verder geen rechten.

Burgers: daarentegen mochten burgers zonder beperkingen in de stad handel drijven en waren vrijgesteld van de betaling van tolgeld dat de stad hief.

Grootburgers: Mochten ook de weiden gebruiken, hadden meer rechten, lagere koopprijs voor het burgerrecht. Het grootburgerrecht ging over op in die stad geboren wettige kinderen waarvan de vader dat recht bezat. De stad kon het recht ook cadeau doen. In de 17e en 18e eeuw moest een toekomstige grootburger naar het stadhuis komen met zijn eigen geweer (als teken dat hij de stad wilde helpen verdedigen) en met twee brandemmers in de hand (als teken dat hij bereid was om mee te helpen met de brandweer). Aldus toegerust legde de nieuweling voor de stadsregering de burgereed af.
1765 Begin Amerikaanse Revolutie, die eindigt in de onafhankelijkheidsverklaring, geschreven door o.a. Thomas Jefferson, John Adams en Benjamin Franklin, waarbij Amerika onafhankelijk wordt van Engeland.

Portret van Magdalena Anna Scriverius
(schoonmoeder van Rudolf) uit 1764,
geschilderd door Pierre Frédéric de la Croix
1768-1783 Rudolph wordt Gemeensman (soort wethouder) van Zwolle: lid van de meente (een volksvertegenwoordiging) Voorstraat.
1787 Wolfgang Amadeus Mozart schrijft een van zijn bekendste werken, Eine kleine Nachtmusik
1777-1783 schout van IJsselmuiden (neemt zelf ontslag)

1783-1795 raad in de Vroedschap van Zwolle (raad die het stadsbestuur advies geeft)

1786 Vroedschap van de stad Utrecht
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond een stadsbestuur uit de magistraat en de vroedschap. De magistraat (of stadsregering): vier of zes burgemeesters en/of schepenen, hielden zich bezig met het dagelijks bestuur van de stad. In de meeste steden werden de burgemeesters voor een periode van vier jaar gekozen.

De vroedschap werd bijeengeroepen bij financiële kwesties, en altijd bij verkiezingen voor de bezetting van belangrijke posten. Dan ging het voornamelijk om het dienen van de economische belangen, waarin de leden van de vroedschap een belangrijk aandeel hadden. In tegenstelling tot magistraten werden vroedschapsleden voor het leven benoemd.

Het college bestond uit tien tot veertig burgers, dat wekelijks of nog minder vergaderde, soms ook over landelijke politiek. Ze kozen in de maand januari een of twee nieuwe burgemeesters en vertegenwoordigers naar de Provinciale Staten.

Lidmaatschap was in principe een kwestie van uitverkiezing en niet van erfopvolging. Familiebanden waren daarbij zeer belangrijk, maar ook welstand en sociale status telden mee. Vroedmannen moesten voldoen aan een tweetal voorwaarden: lidmaatschap van de Gereformeerde kerk en het bezit van een huis.
1783-1795 Gecommitteerde ten landdage van Overijssel

1783 Magistraat van Zwolle 1783-1786, 1787-1795

1783-1784 Gecommitteerde in de landdag van Overijssel en van de Admiraliteit van het Noorderkwartier (De Nederlandse Zeemacht)

1784-1785 Schepen van Zwolle

1784-1795 Lid Staten van Overijssel

1786-1787 Raad in de Vroedschap van Zwolle
Gecommitteerde: Persoon die van een bestuurscollege een bepaalde opdracht (commissie) of taak heeft ontvangen. Bijvoorbeeld jaarlijks de financiën van het bestuur controleren.
"Naamregister der leeden, steeden en regeeringe derzelve, uyt welke de vergaderinge van [...] de heeren Staten van Holland en West-Vriesland bestaat [...]. Voor den jare 1783"
Een Landdag was een bijeenkomst van de Staten van een Landsheerlijkheid. Tijdens een landdag kwamen de Staten als vertegenwoordigers van de maatschappelijke standen bijeen om de landsheer te adviseren over zijn politiek. Meestal was de instemming van de landdag noodzakelijk om belastingen te kunnen heffen.
Een magistraat is in principe iedereen die is verkozen of benoemd in een openbaar bestuursambt.

1786 Patriottenopstand. De patriotten waren burgers in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die aan het einde van de 18e eeuw democratisering wilden stimuleren en aan het absolutisme, zoals zij dat zagen, van een falende stadhouder Willem V - prins van Oranje-Nassau - een halt wilden toeroepen. Zij eisten hervormingen in het bestuur, begonnen zich te wapenen en drongen in de loop der jaren in steeds meer steden onder meer aan tot een democratische verkiezing van de vroedschap, het stadsbestuur. In 1786 en 1787 escaleerde het conflict tussen de patriotten en prinsgezinden of orangisten (aanhangers van de stadhouder-prins van Oranje) zodanig dat er gevechten uitbraken en er een korte burgeroorlog woedde. Een Pruisische inval in september–oktober 1787 bewerkstelligde vervolgens de Oranjerestauratie, waarna het stadhouderlijk stelsel nog zeven jaar kon worden voortgezet. Duizenden patriotten vluchtten naar Frankrijk en kwamen pas terug na de succesvolle revolutionaire Franse veldtocht in de Nederlanden (1792–1795), waar sommigen aan deelnamen in het Bataafs Legioen. De jaren 1780–1787 waarin de patriotten de Nederlandse politiek domineerden wordt wel de Patriottentijd genoemd.

Vroedschap van de stad Utrecht in 1786
1786 Rudolf Sandberg werd eigenaar van Landgoed ’t Laar.

De havezate 't Laar werd publiekelijk verkocht in 1786 met de volgende beschrijving:

"De havesathe ‘t Laar, met desselfs heerenhuisinge, bouwhuisen, tuin, plantagiën, bossen, landerijen, koepel aan de Vegt, endekooy, canalen en daar ten einde gelegen bergje".

Tegelijkertijd werd echter ook aangeboden: Het oude Laar of Larink, bestaande uit huis, schuur, bergen, opgaand en akkermaalshout, bouw- , weide-, en hooilanden, gepacht door Frederik Laarman.
Landgoed Het Laer, 18e eeuw
1787 Er kwam een einde aan de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog, Het Amerikaanse onafhankelijkheidsverdrag werd getekend en in 1787 kreeg Amerika de eerste grondwet ter wereld.
1788 Rudolf Sandberg wordt Geridderd in de Orde van de Unie, en krijgt (door koop) de titel “Heer van ’t Laer”. Nu is zijn naam volluit Rudolf Sandberg Heer van ’t Laer, of wel Rudolf Sandberg van ’t Laer.

Een van de vereisten om het recht te verkrijgen op opname in de ridderschap, was een landgoed met status. Het moest dus wel een bepaalde omvang en uitstraling hebben.
Een ridderorde is een koninklijke of keizerlijke onderscheiding. Hoewel de voorschriften bepaalden dat "Burgers van alle standen en rangen welke door derzelver kunde, talenten, dapperheid en deugden aan het Vaderland diensten zullen bewezen hebben" wilde Koning Lodewijk Napoleon van Holland alleen "heren van stand" in zijn ridderorden opnemen. Daarom werd "De Orde van de Unie" in 1806 gesticht door Koning Lodewijk Napoleon.
1788 extra ordinaris gedeputeerde ter Staten-Generaal

1789 raad in de Vroedschap van Zwolle

1789 gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Overijssel

1790-1795 raad in de Vroedschap van Zwolle

1795 bewindhebber V.O.C. (Verenigde Oost-Indische Compagnie) 1790-1792 en 1794
Op 16 januari 1624 wordt door de Staten-Generaal vastgesteld dat ordinaris gedeputeerden een commissie moeten tonen en extra ordinaris gedeputeerden kunnen volstaan met een credentiaal (een vrijbriefje).
1789-1799 De Franse Revolutie was een invloedrijke politieke omwenteling, waarbij de absolute monarchie die Frankrijk drie eeuwen had geregeerd werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd opgericht.

1793 De Franse Koning Lodewijk XVI wordt onder de guillotine ter dood gebracht.

1795-1813 De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt bezet door Franse troepen
De trotse mannen zijn de bewindhebbers van de VOC-Kamer Hoorn. Het portret is geschilderd door Johan de Baen in 1682. Het toont macht en status: dure kleding, pruiken, kaarten, navigatie-instrumenten en plattegronden van forten. Alles om te laten zien dat ze de wereld aan hun voeten hadden. Centraal op tafel het belangrijkste van alles: het ‘Banckboek’ waarin de winsten werden opgetekend. Dit waren Hoornse mannen met macht. En dat wilden ze laten zien ook.
Heren XVII (17): De VOC werd door de bewindhebbers van deze Kamers, de Heren XVII, afwisselend bestuurd vanuit Amsterdam en Middelburg. Het college bestond uit zeventien bewindhebbers, waaraan de naam ontleend is.

De vergaderingen van de Heren XVII werden eerst twee en later drie keer per jaar gehouden. Jaarlijks stelden de Heren XVII een lijst op met producten die geïmporteerd moesten worden uit Azië.

De vergaderingen duurden meerdere weken en er werden besluiten genomen, de omvang van de vloot, de hoeveelheid van voor Azië bestemde goederen inclusief goud en zilver, en de gewenste goederen uit Azië, de veilingdata, en hoeveel iedere kamer maximaal mocht veilen.

Amsterdamse bewindhebbers in vergadering met stadhouder Willem V, 1771.
Prent van J. Smit naar een tekening van S. Fokke. Afkomstig uit het Nederlands Scheepvaart-museum
1795-1802 Ambteloos. “Wegens zijn oranjegezindheid is Sandberg in 1795 uit den landdag verwijderd en verder bekleedde hij geen openbare betrekkingen, totdat koning Lodewijk hem 25 Sept. 1806 tot lid van het Wetgevend lichaam benoemde. Hij zal daar wegens zijn hoogen leeftijd wel geen rol van beteekenis gespeeld hebben. Hij bleef dit tot zijn overlijden”

In 1799 koopt Sandberg vijf boerenerven en goederen in de buurtschap Zeesse: Hierink, Provest, Oolst, Ramerman en Paarhuis, voor een bedrag van 17 duizend gulden, zo vermeldt een uittrekstel van het Rechterlijk Archief over de periode 1776-1806.

1801 De dochter van Rudolf en Maria, Anna Catharina, overlijdt op 31 jarige leeftijd, 7 dagen nadat ze ziek wordt.

1802-1805 lid departementaal bestuur van Overijssel

1804 Christiaan Jan Zebinden en Cornelis Pannekoek schepenen van Zwolle oorkonden, dat voor hen door Georg Roijer en W.S. van der Gronden, executeurs testamentair van vice admiraal J.P. van Braam, is getransporteerd aan Rudolph Sandberg en zijn vrouw Anna Maria Hanselaar een huis en wheere aan het eind van de Voorstraat achter uitkomend op de Stadswal, met een hof daarachter aan de wal, alsmede twee huisjes aan de opgang van de Jufferenwal achter de orangerij van voornoemd huis. Datering: 1804 april 21 te Zwolle

1806-1808 lid Wetgevend Lichaam voor Overijssel tot zijn overlijden

1808 Rudolf Sandberg overlijdt in 1808 te Zwolle

1817 Johanna Maria Hanselaar is overleden te zwolle, op 13 mei 1817
De gerestaureerde vergaderzaal van de Heren XVII in het Oost-Indisch Huis, het bestuurs- en administratiekantoor van de VOC in Amsterdam waar elke zes van de acht jaar de Heren XVII zetelde
Overlijdensadvertentie van de dochter van Rudolf in de krant
 
De 2 huizen worden nagelaten aan zijn zus en aan zijn oudste zoon:
Beekstraat 43 te Elburg
Landgoed 't Laar

Beekstraat 43 te Elburg:

Johan Gijbert van Sandberg(en)
(1705-1771) erft de Beekstraat van zijn vader.

Johan Gijsberg van Sandberg(en) laat de Beekstraat na aan zijn 2e zoon, Rudolf Sandberg, heer van 't Laar (1731-1808).

Na de dood van Rudolf Sandberg gaat de Beekstraat over naar zijn zus, Margaretha Judith Sandberg (1742-1812), die getrouwd is met Gerrit Reijerse Rooseboom (1738-1813).

Hiermee is de Beekstraat 43 te Elburg overgegaan naar de familie Rooseboom.

Landgoed 't Laar:

Om zijn ridderlijke titel te verkrijgen, koopt Rudolf Sandberg (1731-1808) Landgoed 't Laar.

Rudolf Sandberg laat 't Laar na aan zijn oudste zoon Albertus Sandberg (1768-1843).

Johan Gijsbert
van Sandberg(en)
1705-1771
Gijsbert
Gerhard
1728-1779
 
Rudolf Sandberg, heer van 't Laar
1731-1808
Arnolda
1734-1734
Arnold
Rutger
1735-1737
Arnold
Rutger
1737-
Arnolda
1738-1824
Margaretha
Judith
1742-1812
Rutger
1747-1803
 
Albertus
1768-1843
Anna Catharina
1770-1801
Samuël Johannes
1778-1854
 
Legenda
Beekstraat 43 te Elburg
Landgoed 't Laar

Bronnen: Nederland's Adelsboek, stadsarchiefdeventer, rijksbureau van kunsthistorische documentatie, goole books, Stadsarchief Deventer, Wikipedia , Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Archieven.nl, Historisch Centrum Overijssel, Geheugenvandrenthe.nl, VOCkennis.nl, Deheerenvan-xvii.nl, Historische Kring Ommen, Parlement & Politiek, CBGverzamelingen, delpher.nl

Webpagina gemaakt, en onderzoek gedaan, door Tanya Sandberg-Barrow